Uitleg over de wervelkolom en de verlamming.
Onze hersenen zijn net een fantastische computer maar dan een miljoen keer beter. Zij nemen miljoenen deeltjes info op over hoe ons lichaam werkt en wat er om ons heen gebeurt. Zij verwerken al deze info en zenden miljoenen opdrachten uit, zoals hoe snel ons hart moet slaan, hoe onze bloedchemie in evenwicht moet zijn, hoe men een bal moet gooien, hoe je in evenwicht staat en niet omvalt. Ook hebben ze een enorme geheugencapaciteit en kunnen het hele gamma van menselijke gevoelens, stemmingen, emoties en inspiraties uitdrukken en onthouden, geuren van 20-30jr terug worden herkend.
Hoe sturen onze hersenen de signalen naar al onze ledematen en het hart e.d. hoe weten we in ons hoofd dat er een vliegje op onze enkel zit. Nou tussen de hersenen en de rest van ons lichaam ligt het meest geavanceerde communicatiesysteem dat we kennen. Het is opgebouwd uit miljarden zenuwkabels (cellen) en door deze kabels gaan een soort elektrische stroompjes die de signalen doorgeven, deze kabels van cellen lopen door het ruggemerg, beginnend in de hersenen en lopen door het ruggemerg naar beneden, tussen elke wervel en ook vanuit de hersenen wordt het vertakt door miljoenen zenuwen die ons hele lichaam door kruisen naar spieren en organen (het perifere zenuwstelsel).
De hersenen en het ruggemerg samen vormen het centrale zenuwstelsel, dit omdat het in het centrale deel van het lichaam zit.
Nu is het zo dat dit gevoelige spul beschermd moet worden, daarom zitten de hersenen in de sterke botten van de schedel. Het ruggemerg is omhuld met 33 botringen die wervels genoemd worden. Deze botten zijn, met een gat in het midden, op elkaar gestapeld. Door dit kanaal loopt het ruggemerg. Deze stapel botten wordt de wervelkolom genoemd.
De wervelkolom is verdeeld in de volgende gebieden: nek, middenrug, lage rug, heiligbeen en staartbeen. Alle zoogdieren hebben 7 nekbotten, ook wel halswervels genoemd. Ook de giraf, als de mens, als het piepkleine muisje allemaal hebben ze hetzelfde aantal halswervels.
Nek (Cervicale wervelkolom) Borst (Thoracale wervelkolom). De borstwervels zijn 12 in getal en zijn verbonden met de ribben. Lage rug (Lumbale wervelkolom) De mens heeft 5 lendenwervels. Heiligbeen (Sacrum) Onder de lendenwervels treffen we het heiligbeen aan, een driehoekig gevormd bot dat bestaat uit 5 samengegroeide wervels. Het heiligbeen is verbonden met beide heupen. En onderaan het heiligbeen vinden we: Staartbeen (Coccyx) Het laatste gedeelte van de wervelkolom is een klein botje, bestaande uit 4 samengegroeide wervels. Eigenlijk is dit het overblijfsel van de menselijke staart. |
Tussenwervelschijven.
Tussen bijna alle wervels zit een ‘kussentje’, ook wel tussenwervelschijf genoemd. Dit ‘kussentje’ werkt als een soort schokdemper, zodat de wervels niet tegen elkaar aan kunnen botsen terwijl u loopt, bukt of rent.
Breuk van ruggemerg
Bij een breuk van het ruggemerg komen de stroompjes tot stilstand bij de breuk en worden de spieren en het gevoel niet meer geactiveerd. De breuk vormt de blokkade voor de stroompjes, wel probeert het lichaam de breuk te helen en stuurt er een hele boel eiwitten naar toe (eiwitten hebben vaak een helende werking), deze eiwitten vormen dan weer de blokkade voor de cellen om door te groeien, en dat veroorzaakt dan weer een langdurige verlamming omdat de motorische zenuwen geen signaal meer krijgen vanuit het ruggemerg.
Zo heb je ook sensorische zenuwen en die zorgen weer voor het zien, horen, ruiken, voelen, proeven, warmte, koude, pijn, en plezier.
Het autonome zenuwstelsel
Het autonome zenuwstelsel regelt onze inwendige automatische processen: ademen, zweten, rillen, hartslag, vertering, uitscheiding, regulering van bloedvoorziening aan verschillende organen, beheersing van de bloeddruk en vele andere inwendige orgaanfuncties. De zenuwen zijn de verlengstukken van de hersenen.
Partiele laesie en polio
Het verschil tussen een totale laesie en een partiele laesie is dat er soms nog wel gevoel of functies zijn. Dit is weer te vergelijken met polio. Bij polio is het zenuwstelsel gedeeltelijk aangetast door het poliovirus. Daardoor geven die zenuwen geen seinen meer door aan de spieren, zodat deze niet meer functioneren. In het begin van de ziekte kunnen bepaalde cellen de functie van de verwoeste cellen overnemen, zodat gedeeltelijke genezing op treedt. Dat houdt wel in dat die cellen dubbel werk moeten doen en daardoor veel sneller ‘versleten’ zijn. Dan kom je op het terrein van het Post Polio Syndroom. Na heel veel jaren kun je dus opnieuw geconfronteerd worden met uitvals verschijnselen, oververmoeidheid, spierpijn e.d.
Poliopatienten verliezen niet het gevoel in hun lichaam, wat bij een totale laesie wel het geval is. Ook het onderlichaam functioneert in bepaalde opzichten nog gewoon. Je voelt dat je moet plassen of ontlasting kwijt moet en ook de andere gevoelens blijven intact.