Ik sta in de rij bij mijn bank want mijn pinpas doet het niet meer. Voor mij drie andere klanten. Vooraan een oudere heer. Dan een aantrekkelijke jonge vrouw, beetje Ilse de Lange type, maar langer. En voor mij een schuchter kijkend, vaag type. Sinds mijn handicap moet ik vaak wachten. Dat kan ik meestal vrij goed. Beetje in mijn rolstoel hangen en mensen kijken. Plotseling steekt het vage type een pistool omhoog. ‘Bankoverval!’ schreeuwt hij met trillende stem. Ik schrik. Heb een dwarslaesie overleefd en ik heb geen zin door zo’n idioot in zijn zenuwen overhoop geschoten te worden. Als ik al suïcidaal was, had ik wel voor een andere weg gekozen. De overvaller dwingt de loketbediende geld in zijn meegebrachte tas te doen. ‘Hier is bijna niks. Daar kan ik niet zomaar bij. Is beveiligd,’ stamelt de zwetende bankemployee. Zenuwachtig stoot de overvaller de tas van de balie. Die komt vlak voor mijn voeten terecht. De rover kijkt mij onderzoekend aan en bukt. Dan gaat het haast vanzelf. Mijn handen liggen op mijn benen en ik knijp even in mijn rechterbeen. Mijn rechtervoet schiet in spasme als een raket omhoog en raakt de boef vol in zijn gezicht. Ingewijden weten dat je met een flinke spasme dwars door een betonnen muur kunt trappen. Geluidloos klapt de overvaller achterover en blijft bewusteloos liggen. Ik kan net zijn pistool opvangen, een Walter P38. Voor de zekerheid schuif ik de veiligheidspal er op zodat het niet kan afgaan. Het Ilse de Lange type kijkt mij plotseling geïnteresseerd aan. ‘Gaat alles bij jou zo snel omhoog?’ vraagt ze ondeugend. ‘Wil je het eens proberen?’ kaats ik terug en lach haar uitnodigend toe. ‘Ik heet Jennifer,’ zegt ze en doet een stap dichterbij. Ik krijg het gevoel dat het een mooie dag gaat worden. En de avond is plotseling vol zoete beloftes.
Geplaatst door Jan Beerling.
0 comments